Hiërarchie: de boeman van de moderne organisatie

Reeds begin jaren 90 stelde Tom Peters dat men af moest van formele organisatiestructuren, ten voordele van de vlakke organisatie. Organisaties moeten immers razendsnel en flexibel kunnen inspelen op wijzigende verwachtingen van haar afnemers, nieuwe tendensen in de markt. Logge, rigide organisatiestructuren zijn hierbij een hinderpaal. De projectgerichte onderneming, geleid door een consensusmanagement is aan de orde. De persoonlijke verantwoordelijkheid van de werknemer, zelfsturende teams, zijn in de plaats gekomen van bevelen en controle. Niet de baas, maar het team beslist in overleg. Tom Peters stelt dat in succesvolle organisaties het meeste werk gedaan wordt door projectgroepen.

Ik wil hier zeker geen pleidooi houden voor de goede oude tijd toen alles beter was. Toen de baas nog de baas was in plaats van een coach, en die besliste en orders uitdeelde. En waar de werknemer niet betaald werd om te denken maar om te werken en de bevelen nauwgezet uit te voeren. Men kan er niet omheen: zelfsturende teams presteren beter.

Dit neemt niet weg dat de nieuwe organisatie vaak onmogelijke, of op zijn minst onduidelijke eisen stelt aan de werknemer. Die nieuwe organisatie brengt ook nieuwe problemen mee.

 

Werken in team: iemand anders doet het wel

Herinnert u zich nog de groepsopdrachten, lang geleden op school ? In elk groepje zat er wel zo'n leerling die er niet veel zin in had, en wiens inbreng gering was. Maar toch moest u de taak zo goed mogelijk afmaken. Want ook al profiteerde de luie leerling mee van uw werk, uw eigen punten hingen af van het groepsresultaat. Een team kan u vergelijken met een spons die de persoonlijke inbreng van ieder teamlid in zich opzuigt, en waarbij het onduidelijk is wie juist wat heeft bijgedragen aan het uiteindelijk resultaat.

Is het niet naïef te veronderstellen dat in een onderneming ieder teamlid zich in gelijke mate zal inspannen ? Zijn het niet steeds weer dezelfden die zich uit de naad werken, en al te vaak, ook steeds dezelfden die pronken met de pluimen van andermans werk ? Vaak is het de schuchtere, wat verlegen collega die het werk doet, maar wel een ander, assertiever lid van het team dat met de eer gaat strijken.

 

Persoonlijke verdienste

In zo'n vlakke organisatie is het moeilijk om beoordeeld en afgerekend te worden volgens persoonlijke verdienste. Door alleen maar goed te werken en te presteren komt u er niet, want wat u ook doet, het komt allemaal het team ten goede. Zelfs wanneer iedereen het spel eerlijk speelt, dan nog ziet men dat de onduidelijke taakverdeling en het gebrek aan doorzichtige werk- en communicatieprocessen, onzekerheid bij de werknemers in de hand werken. Allerhande ongewenste neveneffecten steken dan de kop op. Het ontbreken van een formele hiërarchie vormt een voedingsbodem voor schaduwhiërarchieën en onderlinge concurrentie. Of in de drang naar persoonlijke erkenning en waardering gaat de werknemer zijn ellebogen gebruiken. Vriendjespolitiek en goede relaties komen dan in de plaats van objectieve beoordeling en waardering.

 

Uiteindelijk is het toch de baas die beslist

Soms zijn de teams alleen maar zelfsturend in schijn. Inspraak is nog geen beslissingsrecht. De baas houdt zich afzijdig van de teambesprekingen, maar wanneer het team na lang zwoegen een project heeft uitgewerkt, wordt het een paar verdiepingen hoger met een pennentrek van tafel geveegd.

 

Bij dit alles is er nog iets wat mij in hoge mate intrigeert. Hoe enthousiast ook leidinggevenden voorstander zijn van teams, landschapsburelen en pools van medewerkers, toch ken ik geen enkel bedrijf waar de bedrijfsleider de privacy van zijn persoonlijk afgeschermd bureau opgeeft.

 

Druk in de plaats van dwang

Een ander gevolg van de nieuwe organisatie is een nieuwe visie op de persoonlijke verantwoordelijkheid van de werknemer. We worden niet meer beoordeeld op ons werk, maar op het resultaat, of het teamresultaat. In de nieuwe organisatie is de doelstelling van het team het hoogste goed. Het team moet altijd maar meer, altijd maar beter. En hoe dat resultaat behaald wordt, hoeveel extra-uren en extra-inspanning daarvoor vereist zijn, daar is verder niemand in geïnteresseerd.

 

Geen werkuren maar deadlines

Voor de vorige generatie waren werkuren vanzelfsprekend. Op een welbepaald moment zat het werk erop. Een dag had 24 uren en gedurende 8 daarvan werd er gewerkt. Het weekend was het weekend. Die tijd is echter lang voorbij. De prikklok behoort definitief tot het verleden. De werknemer weet alleen nog welk resultaat moet behaald zijn op welk tijdstip. Verder wordt het volledig aan hem of haar overgelaten hoeveel tijd en inspanning hij of zij daarvoor investeert. Met de prikklok is ook het overwerk verdwenen. Als meten, weten is, dan is niet meten, niet weten. En wat men niet weet, bestaat niet.

 

Het resultaat

Hoeft het gezegd, het resultaat van dit alles: frustratie, stress, conflicten van waarden en belangen, en uiteindelijk: burnout. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij een te zwak leiderschap. Het is de taak van de leider om zijn mensen op een correcte manier te beoordelen en te belonen. Het is ook zijn taak om het op te nemen voor zijn mensen. Niemand haalt het in z'n hoofd machines zo maar laten te draaien zonder enig onderhoud, zonder nazicht. Dit is de verantwoordelijkheid van de supervisor. Indien hij dat niet doet, dan zal de machine eerder vroeger dan later het begeven. Wanneer mensen wel gaan doordraaien, en uren kloppen, dan behoort ook dit tot de verantwoordelijkheid van de leider. Dan is het zijn taak om in te grijpen.

 

Lees verder: Te autoritair leiderschap

Vrij eenvoudig...
Stress is een kwestie van onevenwicht tussen draaglast en draagkracht: ‘wat moet ik’, aan de ene kant, ‘wat kan ik’ aan de andere kant. De oorzaken zijn dus eigenlijk vrij eenvoudig: ofwel is de last waar we tegenaan kijken te hoog, ofwel hebben we onvoldoende draagkracht. Simpel gezegd: ofwel zijn de bergen te steil, ofwel uw benen te slap.

De draagkracht heeft te maken met factoren in onszelf, terwijl de draaglast van buitenaf komt.
Uit onze omgeving kan stress voortkomen vanuit het werk, privé, een combinatie van beide. Zowel door de omvang en de aard van de verwachtingen die aan ons gesteld worden, als negatief, door te weinig ondersteuning, onvoldoende mogelijkheden om er het hoofd aan te bieden.
Zoals veel dingen is onze draagkracht het resultaat van aangeboren kwaliteiten en gebreken in wisselwerking met onze omgeving. Potentieel dat rijpt en gevoed wordt door onze opvoeding, of geschaad.
En vaak is stress en onze manier om daarmee om te gaan een ingewikkeld samenspel van allerlei factoren, in onszelf en van buitenaf.

... en toch ook weer niet eenvoudig
U kent ongetwijfeld de metafoor van de gekookte kikker. Wanneer men een kikker in een kom plaatst met kokend water, dan springt hij er meteen weer uit. Diezelfde kikker in een bad koud water dat langzaam opgewarmd wordt, zal zich uiteindelijk laten koken. Met andere woorden: blijkbaar is er nog iets anders dan alleen maar de draaglast en de draagkracht. In het tweede geval merkt onze kikker de stress niet eens. Hij doet niets, ook al is de stress zo extreem, zelfs levensbedreigend.

Bedrijfsblindheid
Dit fenomeen kent meerdere toepassingen in het bedrijfsleven. Zo is er de sluimerende stress. We merken hem niet meer, maar hij is er wel. We krijgen ‘bedrijfsblindheid’. De gemiddelde arbeider merkt na een tijdje niet eens meer het lawaai in de fabriek of op de werf. Of u hebt misschien een bullebak van een baas. Het werk op zich is boeiend, de collega’s vallen best mee, en dus neemt u die baas er wel bij. Maar de stress is er wel. Net als de kikker, wordt u heel geleidelijk gekookt. Eerder vroeger dan later krijgt u de rekening gepresenteerd in de vorm van gezondheidsproblemen. Wist u bv. dat chronische stress het risico op een hartinfarct in dezelfde mate verhoogt als roken?

Een molshoop wordt een berg
Maar het kan ook omgekeerd. Wanneer u net teveel stress, zelfs onnodig stress ervaart. Eerder gaf ik het voorbeeld van de bullebak als baas. Maar is die baas echt wel zo? Misschien bent u erg gevoelig voor kritiek en ervaren uw collega’s hem helemaal anders. Of neem de volgende situatie. Twee studenten staan te wachten voor een examen. Allebei zijn ze gespannen, zenuwachtig. Hun hart klopt wat sneller, hun handen klam van het zweet. Voor de ene is dit een teken dat hij alert is, dat hij er klaar voor is. Terwijl dit bij de andere net angst oproept: “Ik ga er weer niks van terecht brengen door de zenuwen.”

Eenzelfde situatie kan bij verschillende personen totaal verschillende gedachten en gevoelens uitlokken. Niet de draaglast op zich, maar wel hoe u er tegenaan kijkt, is bepalend voor de stress die u ervaart. We kunnen onszelf dus een rad voor de ogen draaien, wanneer we op zich vrij onbelangrijke dingen, toch gaan interpreteren als bedreigend. Kijk maar hoe extreem sommige mensen kunnen reageren op het zien van een onschuldige muis.

Ons lichaam vertrouwt ons brein
Ons lichaam “gelooft” daarbij de informatie die het krijgt van ons brein. Voor wie een fobie heeft voor muizen, is de kans zeer reëel dat zijn lichaam exact hetzelfde reageert bij het zien van een klein onschuldig muisje, als bij een confrontatie met de gevaarlijkste gifslang.

Maar eigenlijk wisten we dit al. Als we naar een horrorfilm kijken, rijzen onze haren ten berge. Of een romantische film ontroert ons tot tranen toe. Net alsof we het echt meemaken. Ook al weten we dat het maar een film is, pure fictie, we laten ons meeslepen door het verhaal. In de informatie die ons lichaam krijgt van onze hersenen, kan het geen onderscheid maken tussen werkelijkheid of fictie.

Evenzeer zijn het niet de gebeurtenissen op zich, maar uw manier om ernaar te kijken, uw interpretatie, die bepalen wat er gebeurt in uw lichaam. Tussen waarneming en reactie staat een filter: ons denken, onze gedachten.

Twee mogelijke conclusies
Deze filter, uw oordeel, uw inschatting van de situatie kan leiden tot twee totaal uiteenlopende conclusies. Ofwel denkt u dat u de situatie de baas kan. Ofwel bent u ervan overtuigd dat u de gebeurtenis niet het hoofd kan bieden. In het eerste geval leidt uw denken naar positieve stress. U ziet een uitdaging waar u iets kan aan doen. Of u ziet een uitweg om de hindernis te omzeilen, de situatie te vermijden, te ontvluchten. Ook dat is positieve stress. In elk geval is deze gedachte een stimulans om iets te doen: u ziet een dal, fietsen heeft zin. De tweede conclusie echter werkt verlammend. Ze leidt tot een gevoel van onmacht. U voelt zich hulpeloos, machteloos. Het gevecht is bij voorbaat verloren. U reageert dan apathisch, in alle geval passief. Met andere woorden: negatieve stress, een onmogelijk steile klim.

Het overgrote deel van onze stressbeleving wordt dus opgebouwd volgens een welbepaald patroon. Onze omgeving is voor ons niet neutraal: ze heeft een betekenis. Wij geven er een betekenis aan: prettig, onaangenaam, beangstigend, uitdagend, rustgevend, of wat dan ook. Alles wat rondom ons gebeurt, wordt gefilterd door ons oordeel, onze interpretatie. Deze gedachten roepen op hun beurt gevoelens op: spanning, angst, genot, machteloosheid, ... Dit gaat dan gepaard met een aantal veranderingen in ons lichaam. Elders op de website wijd ik een apart hoofdstuk aan de processen en reacties in ons lichaam.

Primitieve, snelle reacties
Stress verloopt echter niet in alle gevallen volgens dit schema. Ons denken, ons oordeelvermogen zitten gelokaliseerd in de hersenschors. Dit deel van de hersenen is nog maar zeer recent ontstaan in de evolutie. Behalve de mensapen, hebben dieren geen hersenschors, en bijgevolg ook niet dit inschattingsvermogen. Nochtans reageren ook dieren op stress. Een groot deel van onze kennis en inzichten over stress komt trouwens van experimenten bij muizen, ratten, honden, enz. Deze primitieve dierlijke reflexen zijn ook aanwezig bij de mens. Wat we waarnemen of gewaarworden, leidt dan tot bliksemsnelle reacties zonder dat ons denken hier aan te pas komt. Zo heeft de evolutie ons “geleerd” om razendsnel te reageren bij acuut gevaar. Als u uw hand tegen een hete kachel houdt, dan trekt die meteen terug. Pas nadien realiseert u zich dat u zich verbrandt.

Daarnaast heeft ieder van ons een aantal reflexen aangeleerd: geconditioneerde reflexen. De psycholoog Pavlov gaf een hond te eten, nadat hij eerst een beltoon liet horen. Wanneer hij dit voldoende malen herhaalde, begon de hond te kwijlen bij het horen van de bel, ook als dit niet werd gevolgd door eten. Zo had de hond een reflex aangeleerd. De gemiddelde hond zal immers niet spontaan kwijlen bij het horen van een bel. Zo ook heeft ieder van ons, zich een aantal reflexen eigen gemaakt.

In de regel zijn deze snelle primitieve reflexen, en deze aangeleerde reflexen zeer nuttig om ons te behoeden voor gevaar. Soms echter geven deze reacties aanleiding tot onnodige stress. Hoger heb ik het voorbeeld aangehaald van de baas als bullebak. De kans is groot dat u in een volgende werkomgeving al een onbehaaglijk gevoel krijgt gewoon nog maar bij het zien van uw nieuwe baas.

Als u bij uzelf dit soort onverklaarbare of overdreven reacties ervaart, waar u niet echt een logische verklaring voor vindt, dan zoekt u best psychologische hulp. De kans is dan immers groot dat dit te wijten is aan conditionering door vroegere gebeurtenissen. Vaak is het niet eens zo moeilijk om hier ook weer van af te geraken. Dan gaat u echter wel best te rade bij de gedragspsychologen. Delven en graven in uw verleden zal u hierbij weinig baat brengen.

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
Tot nu toe heb ik het voornamelijk gehad over onze interpretatie van de draaglast. Maar niet alleen uw oordeel over de situatie bepaalt uw stressbeleving, ook de inschatting van uw eigen kunnen: de draagkracht. Hoger haalde ik het voorbeeld aan van de twee studenten bij een examen. Terwijl de ene zijn nervositeit interpreteert als alertheid om een goed examen af te leggen, werkt dezelfde gewaarwording op de tweede verlammend.

Verder vindt men in de literatuur het zogenaamde type-A gedrag dat mensen gevoeliger maakt voor stress: zeer competitief ingesteld, nogal egocentrisch, geneigd tot multitasking, weinig sociaal in de omgang, perfectionist, ...

De omgeving
Denk u ’s even een fietstocht in, op een heerlijke lentedag in mei, bij een stralende zon, met een lichte bries die zorgt voor de nodige koelte. En dan dezelfde trip, maar in de barre vrieskou. Elders op de website heb ik het over de synergie, dan wel conflicten, tussen de bedrijfscultuur en de individuele persoonlijkheid. Als u gaat werken in een bedrijf waarvan de waarden en normen, het profiel van uw collega’s, indruisen tegen die van uzelf, dan haalt u zich al stress op de hals nog voor uw eerste werkdag goed en wel is begonnen, alleen nog maar door de omgeving die u als negatief ervaart.

Daarentegen een positief werkklimaat, een warm nest thuis, vrienden waar u iets aan hebt, een aanmoedigende baas, en meteen kan u al veel meer stress aan. Ook al blijven de objectieve parameters van uw job verder onveranderd.

Nog van zeer grote invloed is de beslissingsruimte: de mate waarin u zelf inspraak, vrijheid, verantwoordelijkheid krijgt bij het organiseren van uw werk.

Ook positieve stress is stress
Bij de inleiding zei ik het al: voortdurend aanbotsen tegen de grenzen van uw kunnen, hoeft niet noodzakelijk te leiden tot negatieve stress. Zolang u maar voldoende mogelijkheid heeft om tussen de inspanningen terug tot rust te komen. Sporters kennen de intervaltraining. Daar worden ze net sterker van. Voor stress op zich hoeven we echt niet bang te zijn. We hebben die zelfs nodig. Wanneer er te weinig van ons verwacht wordt, dan is dit minstens even nadelig.

Maar dan heb ik het wel over korte stress. Een evolutie van duizenden jaren heeft ons stresssysteem daar perfect op afgestemd. Wanneer die rustpauzes er niet meer zijn, of wanneer we door bv. gebrek aan slaap onvoldoende tot rust komen tussen onze inspanningen, dan gaat de stress zich tegen ons keren.

Hoe steiler de helling, hoe langer u blijft doorgaan, hoe langer ook de rust die u nodig hebt. Maar ook: hoe moeilijker het is om tot rust te komen. Dit ontstressen na een stresserende gebeurtenis wordt trouwens ook moeilijker met de leeftijd. En dit alles is dan nog genetisch bepaald: de duur van de stressreactie is niet bij iedereen gelijk.

Enkele praktische voorbeelden
Uit het voorgaande is u ongetwijfeld duidelijk geworden welke mechanismen aan de grondslag liggen van stress en uiteindelijk burnout. Toch zijn er enkele specifieke stressverwekkende situaties waar ik hier wat dieper wil op ingaan. Omdat ze verantwoordelijk zijn voor het overgrote deel van de burnouts die ik gezien heb.

 

Lees verder: De 3 S van de bedrijfscultuur... of van de menselijke cultuur ?

 

Indien u wil reageren, dan kan dit in het discussieforum.

Subcategorieën